Publicatiedatum:
’Je weet niet wat je mist als je nooit in Twente bent geweest’ zong Toontje Lager ooit. Sowieso zijn ze in het oosten van de goede uitspraken. Aan de hand van een aantal daarvan tufte VRIJ door de streek.
door: Sigrid Stamkot, De Telegraaf
’Neem de tijd en alles wordt beter’ lezen we in het boekje Geluk in ’n tuk (Twents voor gelukkig nieuwjaar, begrijpen we later) uit het perspakket dat ons met Twente laat kennismaken. Het naslagwerk legt in een aantal hoofdstukken uit hoe de rasechte tukker in elkaar zit. Kort maar krachtig, want van opsmuk houden ze in het oosten niet. Nich keakeln mer eier leggen is de keunst. Oftewel: geen woorden maar daden.

We nemen de tijd voor die daden en springen in de auto voor een deel van de Hamalandroute. Deze in totaal 253 kilometer lange route volgt de sporen van de Chamaven, een Germaans volk uit de derde eeuw, door het Hamaland dat tot in Duitsland en de Achterhoek reikt.
Coulisselandschap
Wij blijven in het Twentse deel en tuffen door het coulisselandschap langs groene weilanden, hout- wallen en hoge maïskolven die elk moment van het land kunnen worden gehaald. Samen met de afwisselend blauwe en dan weer dreigende lucht en met een enkele koe in de wei – de meeste staan op stal – is het een mooi, typisch Hollands schouwspel.

Onder diezelfde blauwe lucht ligt ons startpunt Landgoed Warmelo in Diepenheim er vriendelijk bij. Het voormalig poortgebouw van de burcht is weliswaar gesloten, want het valt onder de Natuurschoonwet, maar de omliggende tuinen en het landgoed zelf zijn vrij te bezoeken.

Het kent een roemruchte historie, met 1315 als eerste bekende jaartal, van verschillende rijke eigenaren. Belangrijkste wapenfeit is dat de kinderen van koningin Juliana er regelmatig kwamen logeren en door de tuinen struinden. Nu is dat voor de gewone burger ook zeker aan te raden: ze liggen er scherp onderhouden bij, de 300 fuchsia’s staan in bloei. Op de zeven hectare grond wordt veel gefietst en gewandeld en op het aanwezige terras is het goed toeven in het waterige najaarszonnetje.

De route voert langs meerdere kastelen. Niet voor niets kunnen fietsers een complete kastelenroute volgen. Zoals even verderop kasteel Weldam, nabij het plaatsje Goor. Privé- eigendom, dus verder dan spieken door het grote hek naar het imposante bouwwerk uit naar schatting 1389 komen we niet, maar evengoed is het de moeite waard. Ook hier valt op dat alles perfect wordt onderhouden: het groen tot op de millimeter strak gesnoeid en de vallende bladeren worden weggeblazen terwijl we toekijken. De twee grote hoektorens geven Weldam een koninklijker uitstraling dan Warmelo, de door een Franse architect aangelegde tuinen zijn net zo knap.
Fraaie kastelen en pittoreske dorpjes
Kasteel Twickel (1347), ook een van de ’haltes’ op de Hamalandroute, is de overtreffende trap, compleet met kasteelgracht en omringd door 4000 hectare grond. Daarop staan zo’n 150 boerderijen, compleet met exotische bomen, moestuinen en een rotstuin die begin 20e eeuw werd aangelegd.
Stellingmolen
Voordat het alleen een kastelenroute wordt, rij- den we door Markelo, waar als een kleurrijke groengele eend in de bijt midden in een woonwijk de achtkantige stellingmolen Molen de Hoop (of Mölle van Buursink) staat. Alsof-ie er zo is neergeplempt, terwijl het rijksmonument er al sinds 1836 staat en de huizen er toch echt later bij zijn gekomen.
We pakken ook de dorpen Diepenheim en Stokkum mee. En Goor met de imposante Petrus en Pauluskerk. Alleraardigste dorpjes, aan elkaar geregen met wegen waar meermaals kraampjes langs de kant van de weg staan met voedsel van het land: pastinaak, andere knollen en fruit. Op een handgeschreven briefje staan de prijzen. Je rekent af door het geld in een bakje te gooien; hier wordt duidelijk van het goede van de mens uitgegaan. Het zogeheten noaberschap: vriendelijkheid van deur tot deur en altijd bereid om elkaar te helpen zonder daar- voor iets terug te verwachten, zo lezen we in het boekje.
Daarin wordt de tukker nog meer op een voetstuk geplaatst, logisch, met de trots van hier. Hij wil van nature overal het beste uithalen, neemt de tijd en levert kwaliteit zonder opsmuk. Nu zijn wij er te kort om dat daadwerkelijk te ervaren, maar zeker is dat we overal alleraardigst te woord worden gestaan en dat de tukker er inderdaad naar alle tevredenheid woont.
De volgende dag tijdens het mountainbiken in het bos stuitten we op een vriendelijk lachende vrouw die haar honden uitlaat. „Ik maak al vijftig jaar bijna dagelijks hetzelfde rondje, elke keer geniet ik ervan en kom ik nog nieuwe dingen tegen”, vertelt zij. „Ik stop pas als ik in de rolstoel zit, dat wordt lastig met die zandpaden!” Kijk, dat past dan weer bij die andere levenswijsheid uit het boekje: A’j ok um oezölf lacht, hebt ze allemoal wil (als je ook om jezelf kunt lachen, heeft iedereen plezier).
Ruig
Genoeg mountainbikeroutes, trouwens. De Markelose route is zo’n 35 kilometer lang, met dat afwisselende landschap dat we de dag ervoor vanuit de auto bewonderden. Op de pedalen is het wat ruiger, met soms aardige klimmetjes naar de Kattenberg en Herikerberg, uiteraard ook met soms steile afdalingen en fijne zoevende bochtjes. Af en toe een smalle doorgang tussen de bomen, een opstekende boomwortel en een vrij nieuw bikepark waar waaghalzen over speciaal aangelegde houten vlonders kunnen springen.

Na een dag in een vierwieler en een dag op een tweewieler kunnen we concluderen dat de tukker beslist niet onterecht trots is. Om af te sluiten met een laatste uitspraak: we pakken de paling in. Zo zeggen tukkers dat als ze naar huis gaan omdat het mooi is geweest. En mooi was het zeker!
Zo kom je er
Vanuit Utrecht rijd je in zo’n anderhalf uur naar Markelo. Twente kent een aantal mooie fietsroutes zoals de fietsroute rond het Lutterzand (38 kilometer) met onder meer Landgoed de Meuleman, een rondje Landgoed Hof Espelo (34 kilometer), nabij Oldenzaal en een route rond Vorden, met de Lochemerberg (50 kilometer).

De natuur rondom Landgoed Kattenbergse Hoeve is echt prachtig !